zondag 3 november 2024

Cadeau voor Frida

Onze kleindochter wordt drie jaar. Zo groot alweer?! Inderdaad!
Een mooie leeftijd om uit haar slaapzakcoconnetje te kruipen en zich verder te ontpoppen van peuter naar kleuter onder een schapenwollen dekbedje gekregen van 'appa' en 'amma' Texel.
Momenteel is ze erg in de ban van alles wat wielen heeft.
Dus geven we natuurlijk ook nog een persoonlijk en duurzaam speelgoedcadeautje op wielen van de kringloop.
De hele zondag waren opa en oma bezig te bedenken wat er nu leuk aan de magneet van de hijskraan zou kunnen hangen. Met als resultaat: een draaibare buizenhangar, met 7 gekleurde buizen, gemaakt van gejutte materialen. Je kunt de pijpen erop en eraf kunt hijsen, zoals je in het (knullige) demonstratiefilmpje onderaan kunt zien. 😂
Geluid aan




 

vrijdag 1 november 2024

Takel

Toen ik drie jaar geleden oma werd kon ik nog niet bevroeden dat ik me ooit nog eens zou gaan verdiepen in Takel, een onschuldig takelwagentje met ogen en tandjes uit de serie Cars van Walt Disney. Hij is de trouwe vriend van Bliksem McQueen. En dan heb je nog Dusty Crophopper, een sproeivliegtuigje met hoogetevrees, die ervan droomt een racevliegtuig te worden.
Onlangs verbleef ik een weekje bij mijn, inmiddels, twee kleinkinderen: Frida en Andy.
En meteen was duidelijk dat hier wat gaande was. Bij de kringloop was de vonk overgeslagen. Daar vond Frida een paar boeken met sprekende autootjes op de voorkant. En Andy slaakte ook opgewonden kreetjes waaronder :"Wap!!!" En dan weet je het wel.
Natuurlijk wilde ik eruit 'voorlezen', want ik had meteen door dat deze favoriet waren.
Ik probeerde van de slecht vertaalde tekst een samenhangend verhaaltje te breien, op het niveau van een drie jarige. "Die da ja, boem, vroeoeoeoem, dieda nee." Frida probeerde mij duidelijk te maken dat Takel wel leuk was, maar die andere gingen botsen en dat vond ze zelf duidelijk minder.
Afijn, we hebben die week nog heel wat uurtjes geprobeerd grip op de wereld van Cars te krijgen;
Met Dusty naar bed, botsen met de fietsjes in het speeltuintje, met de auto even stoppen bij de wasstraat en weer thuis de autootjes in een lange file zetten om ze daarna weer eens schoon te boenen met een sopje.
Het was een gezellig, druk weekje en met een vol hoofd reisde ik af naar het Hoge Noorden.
Eenmaal thuis ging ik gewoon aan het werk. Nou ja gewoon. Je raadt nooit wat ik vond tijdens het speuren in de bakken met aangespoeld materiaal! Takel! Ik had hem kennelijk een keertje op het strand gevonden en omdat hij toen nog niet in mijn belevingswereld zat heb ik er verder geen aandacht aan besteed. 
Ik zette de kleine aangespoelde Takel op tafel en voelde even een golf van liefde.
Sta ik gisteren een paprika schoon te maken... weer Takel! 
Ineens duikt hij overal op. 


donderdag 31 oktober 2024

Lena en Harry









Lena en Harry uit Dendermonde (België) waren het er al snel over eens dat de Fuut een mooi plekje in hun huis ging krijgen. Het werk werd ingepakt en ze verlieten de galerie.
Na 5 minuten kwamen ze terug. Ik was bang dat ze de Fuut hadden laten vallen of zo, maar nee.
Harry had op straat tegen Lena gezegd: "Hebbe gij dat bootje gezien?" Nee, dat had Lena niet, dus gingen ze terug en Lena zei: "Oh jaaaa", toen ze hem zag. En zo geschiedde het dat ook Het bootje van Miro mee naar huis ging.


 

dinsdag 17 september 2024

Paula R.I.P. februari 2009 - 16 september 2024

Twaalf jaar geleden kwam je in ons leven. We wilden graag een hond en op dat moment was er in het asiel van Den Helder geen geschikte kandidaat voor ons. Op internet kwam jouw koppie voorbij en we waren meteen verkocht. Je woonde de eerste drie jaar van je leventje bij een oude portugese vrouw en toen die kwam te overlijden hebben haar kinderen jou op straat gezet. Je kon niet voor jezelf zorgen, kwam in een asiel en ontsnapte daar weer samen met een grote hond. Toeristen haalden je uit de greppel en je belandde bij de Stichting Podencoworld. Je hebt nare dingen meegemaakt en toen je bij ons kwam was je angstig en had je een aardig rugzakje. Ook had je kale plekken, een kapot oortje, waar zalf op moest, en Leishmania. Met de tabletten tegen deze infectieziekte zijn we op eigen houtje gestopt want je werd er niet beter op. Vanaf dat moment ging het bergopwaarts. Je werd steeds minder agressief op straat, alhoewel je ooit op het strand nog wel een ineens-voorbijlopende-jogger in de broekspijp hebt gegrepen, wat ons 40 euro kostte. De jaren verstreken en met heel veel geduld en liefde ging het steeds beter en zag je het leven op Texel best zitten. Een Podenco is voor de konijnenjacht gefokt, dus altijd aan de riem, anders was je in de duinen uren zoek. We maakten lange juttochten en je ging achter de strandlopertjes en meeuwen aan. Dan konden we je bijna niet bijhouden want je was sneller dan de wind. Voor de cursus 'Hoe gedraag ik me als museumhond' ben je echter nooit geslaagd; met je kop door het hekje bemoeide je je vaak met het gesprek tussen ons en de bezoekers. Maar wat hebben we veel prachtige wandelingen gemaakt, wat was het fijn om samen op de bank naar B&B vol Liefde te kijken. Wat was je ontroerend mooi in al je verschijningen.
Dit jaar ging het echter slechter en slechter. Ook kwam het steeds vaker voor dat het na een nacht mis ging en je niet op het zeiltje lag, waardoor het bed nat was. Overdag moest ik om de twee uur met je naar het park, maar dat haalde je vaak niet. Dan zat je ineens midden op straat en liet je een grote plas lopen. Ook bleef je dan soms staan alsof je zeggen wilde: ik heb pijn. Je was wankel op de achterpootjes. Sinds je niets meer hoorde was je ook extreem onzeker en wilde je ons eigenlijk altijd zien. Met onze lieve kleinkinderen samen was geen succes; je hield niet van die drukte en je raakte van de leg. Als er vrienden waren mocht er niet hard gelachen worden (wat best moeilijk was, haha) want dan wilde je vluchten. Zo ook als we moesten hoesten, dan keek je geïrriteerd op en liep je weg om je te verstoppen. Maar er waren ook nog zoveel mooie momenten: als je de twee honden uit de straat tegenkwam. Daar was je dol op, dan voelde je je nog even een jonge pup. En als je je eten kreeg natuurlijk!! En als je in het zonnetje kon liggen of bij me op de bank onder een dekentje. Of als je mee mocht in de auto. Of als de dochters met hun liefdes op bezoek kwamen, dan was je altijd blij.
Afgelopen zondag gingen we nog één keer met je naar het strand. Langzaam beklommen we de hoge duinovergang. Af en toe even stoppen om op adem te komen. We zaten in het zand en je snoof de zeewind op. Op de terugweg liep je met de pootjes in de branding, nog een laatste keer. De strandlopertjes en de meeuwen liet je links liggen.
 
Thuisgekomen kreeg je je snack en kroop je in je mandje. Diezelfde nacht rond 3:30 uur hoorde ik dat Goossen met je naar beneden ging. Je was niet lekker en daardoor onrustig. Je dronk lang en veel. Al weken kun je 's nachts de plas vaak niet ophouden en dus liep Goossen met je naar het park. 
Ik kon de slaap niet meer vatten. Al weken zaten we in dubio; wel of niet nu laten inslapen. We hadden contact met de dierenarts en lazen het boekje Zijn we niet te vroeg.
Ik belde op 16 september om 8:00 uur de dierenarts. "We willen haar in laten slapen, kan het nog vandaag, dan kunnen we er allebei bij zijn?" Ik kreeg deze zin maar net over de lippen en snotterde dat 11:30 uur o.k. was. In overleg hebben we toch besloten om je niet thuis te laten inslapen. Thuis is je veilige haven en dat moet zo blijven. Je zou helemaal van slag raken door het bezoek van de dierenarts op jouw terrein. Dus liep je rond 11:15 uur gedwee mee met Goossen in het zonnetje naar de praktijk.
Ik legde ondertussen thuis je dekentje in de bakfiets en reed wat later ook die kant op. Je kwispelde even met je korte staartje toen je me zag. Relatief makkelijk liep je met ons mee naar binnen. We mochten wachten in een kamer en aaiden je en huilden. Je liet het gelaten over je heen komen. Na een kort gesprek met de dierenarts, die alle tijd nam, vertelden we waarom het niet meer ging en dat we ook niet meer wilden sollen met je met allerlei onderzoeken. Met een leeftijd van vijftien en een half moet je dat niet meer willen. Het was goed zo. We wilden jou verdere aftakeling besparen en eerlijk gezegd ook ons eigen leven terug.
De eerste prik ging erin voordat je er erg in had. Zittend op de grond gleed je heel rustig tegen Goossen aan in coma. We aaiden je mooie vacht en de dierenarts haalde met de tondeuse een stukje haar weg bij de poot. De tweede prik ging in de ader en al snel klopte je hartje niet meer. 

Je was helemaal slap. In de bakfiets lag je onder je dekentje. Lopend met de fiets aan de hand voelde het als een rouwstoet. Door de menigte van de maandagmarkt in het centrum kwamen we weer thuis. Goossen had vooraf al een gat in ons tuintje gegraven. Op de tafel lag je opgebaard en ik versierde je met bloemetjes en schelpjes. Je kreeg, voor de laatste keer, maar liefst twee van je favoriete snacks uit de Bellobox, die ik onlangs nog besteld had, zodat je nog iets had voor 'onderweg'. 
Ik haalde op de markt viooltjes en twee lekkere broodjes. We dronken koffie, snotterden, en maakten de laatste kiekjes. Al die jaren met jou kwamen in vogelvlucht voorbij. En dat het goed zo is. En dat je een prachtig leven hebt gehad bij ons op Texel. 
Je paste precies in het grafje. De viooltjes pootte ik in de juskommen die gediend hadden als jouw waterbakken.
Dag lieve Paula. Het is raar stil in huis nu. Ik heb de hele tijd het gevoel dat ik je uit moet laten, dat ik je toe moet dekken, dat het tijd is voor je eten en je snack, dat je water moet worden bijgevuld. Zit het hekje wel dicht? Enzovoort enzovoort.
We missen je, maar je hebt een fantastisch leven gehad. 
Je hebt ons zoveel plezier en liefde gegeven en je was een bron van inspiratie voor veel kunstwerken.
Het is goed zo.


vrijdag 30 augustus 2024

De naaktslak

Om nog even op het thema Zielige Dieren voort te borduren het volgende.
Al weken verzamel ik in onze kleine stadstuin de naaktslakken die zich daar spontaan aandienen in de schemering. Vaak slepen ze zich over de vlonderplanken van A naar B. Als je niet uitkijkt glij je zo over die trage gasten de tuin in. Gisteravond spotte ik net op tijd een flinke, roestbruine hermafrodiet voor de achterdeur. Snel pakte ik het lege jampotje en behendig tikte ik hem erin. Een slak kan zich beter  ophouden in de openbare ruimte om daar het ecosysteem op pijl te houden. Het plan was om de uitzetting te combineren met het uitlaten van de hond later die avond. Echter, in de haast mijn bed in te komen vergat ik het potje en vannacht om 3:00 uur werd ik wakker met een onaangenaam gevoel; ik dacht aan de slak die ik zonder water en zonder gaatjes in het deksel had achtergelaten op de keukentafel.
Toch ben ik na een korte periode van schuldgevoel weer in slaap gevallen.
Om 8:00 uur was ik beneden en zag door het glas dat de slak er slecht aan toe was. Kromgetrokken lag hij daar op de bodem. Ik goot snel een paar druppeltjes water over hem heen; "Hij zal wel dorst hebben." Weinig beweging. Ik tilde het blaadje waaraan hij vastgeplakt zat op en dacht, en hoopte, dat hij aan het eten was, maar de kop met de ingetrokken voelsprietjes bevonden zich aan de andere kant. Ik bewoog het blad heen en weer in een irrationele poging het diertje te reanimeren.
In het park gooide ik het potje leeg. Nu is gooien niet mijn sterkste kant en de slak stuiterde dan ook met blad en al vlak voor mijn voeten in het gras.
Ik pakte hem weer op en legde hem op een schaduwrijke plek tussen de klimop.



zaterdag 24 augustus 2024

Een laatste groet

Ik loop door een herfstachtig park met de hond. Het heeft flink gewaaid. 
Half augustus, maar het lijkt even of het al november is. Op de terugweg naar huis check ik of de dakpannen er nog goed bij liggen. Ineens zie ik iets tussen de oranje pannen uitsteken; het is de zwarte vleugel van een vogel! Even lijkt het of hij beweegt, maar het is de wind. Een kauwtje of een gierzwaluw?
Het dramatische beeld vestigt zich op mijn netvlies; die ene vleugel omhoog, een laatste schreeuw om hulp, een laatste groet, voordat de hongerdood toesloeg. Hoelang heeft hij daar in doodsangst zitten spartelen met zijn kopje klem tussen de pannen terwijl de anderen allang waren vertrokken richting Mali en Congo?! Ik heb niets gezien en niets gehoord van zijn strijd om los te komen.
De eerste bladeren dartelen de hal van het museum in als ik de hond snel van zijn riem ontdoe. Met een lange ladder bereikt mijn man de dakgoot en met een lange schoffel schoffelt hij net zo lang totdat het kadavertje lichtvoetig naar beneden dwarrelt. 
Ja, het is inderdaad een gierzwaluw, helemaal uitgedroogd. 
Het is stil nu, doodstil. 


woensdag 7 augustus 2024

Vleermuisje

Vanmorgen raakte ik in gesprek met een stel in het museum. Het ging erover dat ik in de vorm van een stuk aangespoeld afval al snel een levend wezen zie. Toen zei de vrouw ineens: "Er ligt hier een vleermuisje op straat. Hier vlakbij!" Ik dacht in eerste instantie aan een stukje afval in de vorm van een vleermuisje en dat deze mensen een soort gelijke afwijking hadden door overal iets in te zien."Ik kan hem voor je halen? Wil je hem hebben? Ik haal hem wel even." En ze liep de deur uit. Ondertussen zei ik tegen de man dat ik wel eens een zeehondje dacht te zien op het strand en dat toen ik er naar toe liep duidelijk werd dat het gewoon een vuilniszak was. Dat moet niet te vaak voorkomen, dan ga ik aan mezelf twijfelen, grapte ik, maar aan een zekere vorm van beroepsdeformatie ontkom je niet."

De vrouw kwam terug met een klein harig vachtje waaruit een zwart 'armpje' omhoog stak. Het andere zat vastgeplakt aan het lijfje. Ik kon nog iets van de relatief grote oortjes ontdekken. Nee geen afval, het was een echte. "Overreden?" "Zou kunnen, heb je er iets aan?"vroeg de vrouw. "Hij gaat op de foto en dan onder de grond", verder zag ik zo snel geen andere opties. Ik nam het kleine bontje van haar over. Voor het eerst van m'n leven hield ik een vleermuisje vast. "Tegen iets opgevlogen?" 
We zouden er nooit achterkomen.  

Ik moest denken aan het vleermuisje dat ik ooit maakte van o.a. een gejut, leren portemonneetje en twee stukjes purschuim. Nee, die haalde het hier niet bij.  

Met een lepel groef ik een gat in de tuin.




Blauwtje

Zaterdag kwamen de bezitters van Wespendans en De Vliegende Dinosaurus weer een kijkje nemen in de galerie. Nog steeds blij met de twee hangende objecten gelukkig. Ze keken uitgebreid rond. Het moest een cadeautje worden voor de verjaardag van F. Zij had uiteindelijk haar oog laten vallen op De Vliegende Egel, en Blauwtje vond ze ook wel mooi. Omdat het een verrassing moest zijn ging het allemaal heel geheimzinnig. Ze wilde de knoop al doorhakken en een keuze maken, maar haar man zei: "Jij gaat helemaal niets." Hij fluisterde mij met een veelzeggende knipoog toe dat hij de komende week nog wel even langs zou komen. Met frisse tegenzin verliet F de galerie. 

Een uurtje later kwam er een ander stel binnen. Ook hun oog viel op De Vliegende Egel. "Ja, die moet het worden! We nemen hem," hoorde ik haar zeggen. Ik zei dat ze geluk hadden en vertelde dat hij bijna verkocht was. Ik was wel even in dubio, maar er waren geen keiharde afspraken gemaakt. Wieweet vonden ze ergens anders een beter cadeau voor F en kwamen ze helemaal niet terug. De schoorsteen moet ook roken. Afijn, een lang verhaal kort: De vliegende Egel was de deur uit.  

Woensdag, na drie dagen weekend, is RAT weer open. En al snel komt daar de bijna jarige F binnen met haar gezelschap. "Hij hangt er niet meer! Zeker een grapje?" "Nee, nee echt niet," mompelde haar man. Ik beaam dat hij verkocht is nog diezelfde dag. "Ik geloof het niet!" F kijkt haar man recht in de ogen. Ik zeg dat het bijna nooit voorkomt, maar dat het echt waar is. Mij gelooft ze.
Ze lopen wat uit het veld geslagen langs de vele reliëfs, sculpturen en lichtobjecten. Ze heeft nog een optie, maar dat is wel een staande sculptuur. Daar heeft ze eigenlijk geen plek voor. Ik laat ze even rustig hun gang gaan en ineens komt F met een vraag: "Kun je van deze ook een hangende maken?"
Ze loopt naar Blauwtje, de vlinder op de sokkel. Eerst voel ik me een beetje in m'n eer aangetast; zo heeft de kunstenaar het niet bedoeld! Maar nadat ik er even naar gekeken heb zie ik toch mogelijkheden. En bij nader inzien klopt dit helemaal; bij het maken van Blauwtje had deze sculptuur eerst namelijk maar één blauwe vleugel. De onderste. Daarom kón ze niet vliegen. Staand op de sokkel zag ze er zo juist aandoenlijk uit. Later kreeg ik van een collega jutter de andere blauwe 'vleugel', die móest gewoon aan de sculptuur, want het paste heel mooi qua kleur en vorm. Maar de vlinder staat nog steeds op die sokkel, terwijl ze nu kan vliegen! Niet meer dan logisch dat ze nu de lucht in gaat. 
"Het heeft gewoon zo moeten zijn!" 
"Ik ben er al overheen," fluistert F me toe.
"Ik zal hem maar wel snel afrekenen," zegt haar man lachend nu de spanning uit de lucht is.
"Kun je er drie meter draad aanmaken? We hebben een hoog plafond. Dan kom ik hem morgen halen."


zaterdag 13 juli 2024

Kan je die schijt niet ff opruimen

We hebben een hond, een oude hond. Ze wankelt af en toe met haar achterkantje, maar verder doet alles het nog redelijk goed; eten en drinken, plassen en poepen. Lange afstanden zoals vroeger met de verschillende juttochten gaat echter niet meer. 

Ik laat haar uit in het park vlakbij. Iedere ochtend, middag en avond. Aan het begin van het park zakt ze vaak meteen door de achterpootjes voor een lange plas. Het is een teefje, die plassen zittend. 
Na de 'grote' boodschap stap ik behoedzaam door het gras en ruim dan in een handomdraai haar bescheiden, bruine drolletje op. Soms sta ik dan toch helaas in de stront van een andere hond, maar dit even terzijde. Ook ruim ik vaak nog even het afval rond de bankjes op: blikjes, patatbakjes, plastic verpakkingen, sigarettendoosjes en peuken. Niet om mezelf op de borst te kloppen schrijf ik dit hier, maar omdat je dan beter mijn humeur kunt inschatten aan het eind van deze verhandeling.
Gisteren werd ik tijdens een wandelingetje aangesproken door een wat oudere mevrouw met ook een oude hond. Ze zei ineens: "Ze heeft gepoept (met ze bedoelde ze mijn Paula), dus moet je dat niet even ...oh nee, het is natuurlijk een vrouwtje en die plassen zittend." Ik bevestigde dit. Ik snapte de verwarring. Kan gebeuren. 
Vanmiddag liep ik weer met m'n grijze viervoeter naar het park. En ja hoor, zodra we er waren dook ze meteen de bosjes in om de druk van de ketel te halen. Een jong stel loopt gearmd langs op weg naar de kermis. In het voorbijgaan zegt de jongen ineens tegen mij: "Kan je die schijt niet ff opruimen!" De fors uit de kluiten gewassen jongeman liep vervolgens gewoon door met z'n meissie en ik meende op te maken uit zijn houding dat hij het best stoer vond van zichzelf dat hij mij zojuist tot de orde had geroepen. Ik riep ze nog achterna: "Ze heeft niet gepoept, het is een teefje, die plassen zittend!" Al snel verdwenen ze in het kleurrijke kermisspektakel op het plein. Ontgoocheld stond ik even stil bij het leven van alledag. Schijt.


woensdag 26 juni 2024

Sleutelhanger

Vanmorgen, nadat ze met haar man in het museum had rondgelopen, raakten we aan de praat;
Ze had zelf net een stuk strand opgeruimd. Of ik de buit wilde hebben?
"Misschien kun jij er nog wat mee, het ligt achter in de auto. We kunnen het even halen?"
Het bleek voornamelijk om netten te gaan en wat doppen. Netten is niet zo mijn ding (vaak kun je de geur van vis er niet uitkrijgen en trouwens, maak van netten maar eens een beeld ). Om ze voor die paar doppen helemaal naar de auto heen en weer te laten lopen ging me iets te ver.
Ze vertrokken, maar eenmaal buiten kwam de man al snel terug om een kleine donatie in de fooienpot te doen. "Bedankt!"riep ik hem na. Een tijdje daarna kwam zíj weer binnen met een zelfgemaakte sleutelhanger van een zwart geinig dingetje gevonden op het strand. Wat was het? Geen idee. We maakten een foto en googelden, maar we kwamen er niet echt uit. Iets van een filter voor in een visvijver??
Iets dat best veel geld kost in ieder geval, zo constateerden we.
Ik grapte of ze spijt had het te hebben weggegeven? Ze vond het wel een hele gulle gift 😅.
Mijn dank is groot, ooit zit je sleutelhanger in een kunstwerk en hangt of staat dit bij mensen thuis.


Een hele zool

Binnengebracht hele zool maatje 45.5.

Ze was even geleden al met haar moeder langs geweest, die toen buiten wachtte. "Weinig tijd nu, ik kom terug," zei ze. Vanmiddag kwam ze terug. Ik vroeg of ze nu meer tijd had. "Alle tijd van de wereld," antwoordde ze. Ze liet daarbij haar gezwollen arm en hand zien, waar ook nog eens flinke zwarte hechtingen in zaten. Ze was tussen twee vechtende honden in gaan staan vorige week.
"Twee keer geopereerd, want het ging ontsteken. Antibiotica en zo".
"Bedankt voor de zool, kijk lekker rond, neem de tijd," zei ik.
Met een doosje kaarten en 10 euro fooi in de fooienpot verliet ze het gebouw.
Ze liet ook nog een kleine note achter in het gastenboek.



maandag 20 mei 2024

Vuilnisroos

In de late zomer van 2023 vond ik bij het weggooien van de schillen in de openbare groene minicontainer een roos met kale wortel. Er zaten geen bloemen aan, wel flinke stekels, maar ik kon hem niet laten liggen tussen de rotzooi. Thuis knipte ik de lange staken eraf. In ons kleine stadstuintje, onder de blauwe regen, was nog net een mooi plekje. Lekker warm tegen de muur op het zuiden, want daar houden rozen van. Ik ging druk in de weer met de gieter, om met water uit de regenton de roos aan de praat te krijgen en te houden.

Naar de kleur van de roos kon ik alleen maar gissen; wit, geel, roze of rood. Het was een kwestie van lange adem en veel liefde. Drie weken geleden verschenen de eerste twee knoppen. Toegegeven: Ik was er best wel opgewonden over.

Tergend langzaam werden de knoppen dikker. Hé ik zag rood, of nee, toch geel? Naarmate de knoppen zich meer en meer openden kwam de kleur tevoorschijn: warm roze! De bloem ontpopte zich in een paar dagen tot een enorme grote bol met heel veel speels gerangschikte bloemblaadjes. Ook de slakken waren er enthousiast over! Ik denk dat de roos het nu wel gaat overleven. 

vrijdag 5 april 2024

Esma

Zo af en toe komen er studenten naar het eiland voor onderzoek. Deze keer waren het studenten culturele antropologie en literatuur.

Esma loopt spontaan binnen in ons museum. Ze zet haar rugzakje neer en vraagt of ik wat over mijn werk kan vertellen. Ze is vier weken op Texel om mensen te interviewen die iets doen met afval van het strand. Het is rustig, ik heb tijd.

Ze heeft het zorgvuldig voorbereid en is serieus geïnteresseerd; ze luistert, stelt goede vragen, interpreteert de dingen uitstekend en vat mijn verhaal beter samen dan ik het zelf had kunnen doen. Na een uurtje weet ze genoeg. Ik wens haar succes. 

Een paar dagen later belt ze. Of ik nog weet wie ze is? Natuurlijk. Of ik een gedicht wil schrijven over mijn werk, want ze doen aan creatieve journalistiek. In eerste instantie denk ik: "Oh nee, moeilijk, wat dan?" "Het liefst een elfje zegt ze; beginnen met één woord, dan twee, dan drie, vier en weer eindigen met één.""O.k., wanneer wil je het hebben," hoor ik mezelf zeggen. Ze heeft de gunfactor. Ze wil graag na haar studie wat betekenen voor de wereld, fijn als ik daar aan mee kan werken door een gedicht te schrijven. "Binnen twee weken, ik kan het komen halen," zegt ze. "Kan het ook via whatsapp?" "Ja, dat kan." Ik voeg haar toe aan mijn contacten en ga zitten denken. Ik zie me in gedachten lopen over het strand. Voor ik er erg in heb staat het elfje op papier:

Blauw

roept mij

vanuit het zand

Ik raap het op

Gered













vrijdag 10 maart 2023

Een wit en een bruin been

Mijn lief en ik lopen via de militaire kazerne op Texel richting de Hors.  
Als we het laatste duin over gaan zien we dat het zeer laag water is. We steken de enorme zandvlakte over naar de branding en lopen rechtsaf richting zuidwestelijke puntje, daar waar je het dichts bij de vuurtoren van Den Helder kunt komen. Tasjes en rugzak in de aanslag.
We vinden bruikbare vormen en kleuren: een flessenhals van dof groen glas, waarin kleine schelpjes muurvast zitten, drijfhout hard of zacht, een blauw stukje 'harig 'plastic enzovoort. Ook een paar skeletten van Eidereenden, maar die laten we liggen.
Ik weet dat als het flink eb is je ook weleens een bot kunt vinden van een dier dat hier vele jaren geleden leefde. Al snel raap ik er eentje op. Verrassend genoeg zit er een gaatje in. Grappig en handig! Het zou een poot van een nog te maken sculptuur kunnen zijn. Ik doe hem in de tas. Na een lange tocht buigen we af en steken de zandvlakte weer over.  
Thuis post ik mijn avontuur op facebook en al snel krijg ik een berichtje van Hendrien;
"Wat gek, ik vond ook zoiets, maar kleiner, bij paal 12. Ook met een gaatje erin. Morgen maar eens bij Ecomare vragen. Jouwe even meenemen?"
Vandaag komt ze binnen met de botten in een wit zakje. 'Twee opperarmbenen van een schaap' staat er op geschreven met balpen. "Niet zo oud; ergens uit de middeleeuwen", voegt Hendrien er glimlachend aan toe. Ik haal de opperarmbenen uit het zakje en al snel gaat de verbeelding met me aan de haal; 
ik zie twee bungelende poppenbeentjes. Dit gezegd hebbende brengt het een herinnering boven bij Hendrien; ze vertelt dat ze vroeger een negerpopje had, dat woord kon toen nog. Dat was zelfs iets zeer vooruitstrevends in de opvoeding in die tijd. Ik had er zelf ook één in het kader van de assimilatie tussen wit en zwart. Helaas was er van haar pop een been kapot gegaan. Haar vader kon het wel maken, maar hij had alleen nog een wit poppenbeen. Zo had ze een pop met twee bungelende beentjes: een wit en een bruin been, precies zoals de botjes uit het zakje. 
Ik mag het witte been van Hendrien houden. 






 













Wat het uiteindelijk geworden is
Figuur met drie botjes

donderdag 12 januari 2023

Palmhout of niet

Een schorpioen van eigentijds afval op een palmhouten stammetje uit de 17e eeuw.
Je verzint het niet.

Gisteren raakte ik in gesprek met een stel van middelbare leeftijd.
Ze hadden uitgebreid rondgekeken in ons museum.
Op het punt van vertrek vertelde de man spontaan dat het stammetje, waar die schorpioen op zit, naar zijn mening weleens een stammetje palmhout uit het palmhoutwrak zou kunnen zijn:
"Ook de afmeting lijkt aardig te kloppen, maar je zou het moeten nameten. Als het zo is hebben jullie wel wat bijzonders in huis. En het is ook nog eens heel kostbaar."
Bij Museum Kaap Skil zijn verschillende kostbaarheden te zien, opgedoken uit een scheepswrak, waaronder ook veel stammen buxushout, zoals palmhout ook wel genoemd wordt.

Het stammetje onder de schorpioen kwam nu tot leven.

Tijdens een juttocht op 19 januari 2020 ergens op het strand bij Paal 28 vonden we het eenvoudige, iets gebogen stuk hout. In 2022 koos ik het nietsvermoedend uit de voorraad.
Hij zou voortaan een ondergeschikte rol spelen en de zwarte schorpioen laten shinen.
Echter vanaf nu geeft de houten sokkel zelf nog een extra dimensie aan het geheel en laat het subtiele zwarte houdertje eigenlijk twee objecten schitteren!
Ik grapte dat ik met deze informatie wel twee nulletjes achter de prijs kon zetten, maar dat doe ik niet,
want stel je voor dat het toch maar gewoon vurenhout is.
Klik op bijgaande link om meer te weten over het Palmhoutwrak.















zondag 10 juli 2022

De lol van het verrast worden

Paula en ik klimmen over het duin en ploeteren door het mulle zand weer naar beneden, de Hors op. Daar staat een ijzeren mand waar behoorlijk wat strandafval in is verzameld. Even zoeken tussen de plastic zakken met troep of ik nog wat bruikbaars kan vinden. Er liggen een paar kapotte witte jerrycans in, die op een vreemde manier aan de randen zijn omgebogen. Als ik ze eruit haal doen ze me denken aan grote kwallen. Mooi doorschijnend ook. Ik doe er alvast eentje in mijn tas. Over de rest zal ik op de terugweg een beslissing nemen. 

Eerst naar de branding, waar Paula lekker met haar warme hondenpootjes het koele water in gaat. We lopen langs de vloedlijn. Ik hoop steeds op iets met een mooie vorm of kleur dat daar in alle verlatenheid op mij ligt te wachten, maar behalve veel schelpjes liggen er weinig om hulp roepende materialen. Waar de Mokbaai begint keren we om en lopen een stuk langs de duinen van het militair oefenterrein. Een dode meeuw ligt daar stil, nog vol in de veren. Paula loopt steeds langzamer, met de tong uit de bek. Rekening houdend met haar leeftijd las ik een pauze in. Ondertussen heb ik behalve het stuk jerrycan nog een stok en drie grote schelpen gevonden. Er ligt weinig. Het meeste is natuurlijk al in de bak gegooid door ijverige mensen die zich ergerden aan het plastic. We drinken water, Paula krijgt haar koekje en we genieten van het prachtige uitzicht. De veerboot vaart af en aan. In de verte vermaken honden zich met hun baasjes. Meeuwen scheren door de lucht en ik zie zelfs een Lepelaar overvliegen. Je weet dat dit alles kan gebeuren, maar het is toch een verrassing, een toevallig samenkomen, niet gearrangeerd door de mens.

Terug bij de afvalbak merk ik dat de korf mij niet blij maakt. Ik sta hier als een zwerver uit een gore 'grabbelton' de twee andere jerrycans te vissen. Het zit me niet lekker, die regelzucht van de mens, ook al is het vaak met de beste bedoelingen. Al van verre schreeuwde de korf met het bord erboven me tegemoet. Het ongerepte van het landschap is verdwenen. De lol van het jutten is nu juist dat je je tijdens het wandelen laat verrassen door wat er ligt. Een vorm, een kleur, schoongespoeld door de zee, achteloos neergeworpen. Nietig, met het landschap er als een grote lijst omheen.


 

 








maandag 22 november 2021

Een groot geluk

Onze kleindochter is nu 17 dagen op deze wereld. 
Het was een bizarre tijd van wachten in het huis van onze vrienden Noor en Ton in Gouda. 
Frida maakte het spannend, ik heb geen nagel meer over, maar uiteindelijk is ze op de laatste dag dat het nog thuis toegestaan was, op natuurlijke wijze in het water geboren. 
We hadden daarna nog maar een weekje om van haar te genieten voordat we weer naar Texel zouden moeten afreizen. Hele bijzondere momenten met dat nieuwe kleine mensje in mijn armen.
Zoveel liefde en zo trots op mijn eigen jongste dochter en haar lief. 
Een hele middag met Frida in mijn armen. En maar kijken en maar kijken naar dit wondertje. 
Dat ik vroeger graag verloskundige wilde worden snap ik nog steeds helemaal. Maar midden in de nacht je bed uit weerhield me ervan. Ook heb ik geen rijbewijs, dus dat maakt het er dan ook niet makkelijker op. Maar wat een power hebben wij vrouwen toch. Je weet dat je lieve dochter alles op alles zet om dat mensje eruit te werken. Dat ze pijn heeft, heel veel pijn. Je kunt niets doen voor haar. En je komt erachter dat dat ook niet hoeft, dat ze de klus zelf geklaard heeft en dat ze het fantastisch gedaan heeft. Er is een klein, mooi meisje toegevoegd aan de familie. Een groot geluk.
Inmiddels zijn we alweer een tijdje terug op het eiland. De gasten voor de Museumkamer checken in en uit en bezoekers aan het museum hebben al weer werk gekocht. Jammer dat we niet zomaar even langs kunnen. Rotterdam ligt op 4 uur reizen van Den Burg. We missen Frida. Het is een beetje verliefd zijn, je wilt er steeds naar toe. Gelukkig hebben we nu allebei een smartphone en ieder fotootje en filmpje wordt gekoesterd. Hartje hier, hartje daar.
Gistermiddag even lekker uitwaaien.
In de verte zie ik twee kraaien en twee eksters op het pad, wat doen ze daar? 
Dichterbij blijken ze te eten van een dode haas. Op het strand vinden we weinig plastic, wat natuurlijk goed is, maar wat ik toch stiekem jammer vind. We vinden hout met blauwe verf eraan en wat drijfhout dat hard genoeg is om wat van te maken. Prachtige uitzichten en luchten. 
Op de terugweg naar de auto komt er geen einde aan het kronkelpad dat op en neer gaat langs de Horsmeertjes.