dinsdag 26 januari 2021

De zes-puntige ster

Gisteravond viel mijn oog op het prachtige stilleven met de tulpen op de tafel. 

Die tulpen heb ik een paar dagen geleden gekocht bij de kledingwinkel. 
Zij verkopen ieder jaar, naast de confectiekleding van goede kwaliteit voor dames,
ook Texelse tulpen in hun stalletje buiten. 
De niet-essentiële-winkel zit dicht, maar de tulpen zijn er gelukkig nog wel. 
Het geld voor de bloemen moet je nu door de brievenbus gooien. 
Ik trakteerde mezelf op zo'n heerlijke voorjaarsbos om drie redenen:
a. Als puntje op de i, omdat we via Koopplein Texel een 'nieuwe' tafel op de kop hebben getikt
en we deze helemaal geschuurd en gelakt weer hebben laten shinen.
b. Ik heb zin in de lente en
c. Ik heb een enorme behoefte aan schoonheid binnenshuis, omdat de wereld buiten vaak zo lelijk is.

Vanmorgen bij het ontbijt staan de tulpen op de vaas prachtig open. 
In het hart van de bloemen zie ik een zwarte zes-puntige ster, omrand met een geel lijntje. 
"Kijk, zeg ik tegen mijn lief, een zes-puntige ster! Bizar dat dit zo ontstaan is! En dat gele randje erom!" Omdat ik weet dat ik meer nadruk op de schoonheid van de vormen en de kleuren leg en mijn vriend meer van de schoonheid van de wiskunde is vraag ik er snel achteraan:
"Of is een zes-puntige ster niet echt bijster interessant?" 
De man naast me is nog aan het wakker worden en neemt eerst nog even een slok van de koffie alvorens hij reageert:
"Een zes-puntige ster is zeker ook leuk, want ja, zevenpuntige sterren hebben mijn grootste fascinatie, maar in de tulp zitten de kroonbladeren om en om binnen en buiten en dan kun je geen oneven aantal gebruiken. Zevenpuntig kan dus niet."















Deze kleine conversatie deed me denken aan de tijd dat we elkaar net leerden kenden. 
We liepen met z'n tweeën door Berlijn in de avond. Het sneeuwde. 
We slenterden wat verdwaasd door de donkere, natte straten en kwamen uit bij een klein park waar de sneeuw nog maagdelijk wit was. De bomen die daar stonden droegen bollen van sneeuw. 
Dit had ik nog nooit gezien. 
"Sprookjesachtig mooi die takken met witte bollen eraan!" Riep ik vol bewondering en in mijn hoofd maakte ik een sprongetje van vreugde over het feit dat de hele film in één keer klopte; 
wij tweeën, in Berlijn, het begin van een mooie liefde.
"Weet je hoe die zijn ontstaan?" vroeg de jongen naast me. Nee, dat wist ik niet, maar ik wilde het ook niet weten, ik wilde eigenlijk me gewoon blijven verbazen en dat we dan samen ...in die betovering... dat we dan samen zouden voelen, dit bijzondere moment en zoenen. En terwijl hij uitlegde hoe de sneeuw zich tot zo'n bal kon vormen aan de takken van de bomen ontdekte ik dat twee mensen eenzelfde situatie zo heel anders kunnen beleven.