woensdag 28 oktober 2020

Herfstkroket

Waterkoud is het buiten. Een lauw zonnetje schijnt af en toe magertjes tussen de buien door. 
Onze auto staat bij de garage, maar we hebben zin in een frisse neus. Op de buienradar zien we dat het het komende uur droog zal blijven. Al snel zitten dochter Luka en hond Paula in de bakfiets met Goossen aan het stuur. Onderweg naar het Texelse bos probeer ik zo'n beetje alle standen van de elektrische fiets van mamma uit.
Onder de meters hoge dennen lopen we maar wat en al snel zijn we helemaal in de herfststemming.
Ik vertel hoe leuk ik het vroeger vond op school om in een schoenendoos een herfsttafereeltje te maken. Natuurlijk mocht je dan geen giftige rood-met-witte-stippen-paddenstoel plukken en als ik dat dan ook braaf niet gedaan had waren er altijd wel kinderen die een echte 'Pinkeltjepaddenstoel' in hun doos hadden. Dan baalde ik stiekem dat ik niet ongehoorzaam was geweest. 
Al snel lopen we, volledig los van de buitenwereld, heuveltje op en heuveltje af onder goudgeel gebladerte, via mountainbike- en ruiterpaden steeds dieper het bos in. Het ruikt fijn naar rottend blad, mijn longen vullen zich met de zuivere boslucht en mijn lichaam begint het bloed lekker rond te pompen. Even die vitamine D aanvullen kan ook geen kwaad. Inmiddels begint de regen weer lekker op gang te komen en voel ik hoe mijn sokken langzaam nat worden, maar we zijn het erover eens; 
met een warme zon en een strakblauwe hemel is het leuk, maar dit is toch echt de ultieme herfstbeleving. Na een uur of wat hebben we geen idee meer waar de fietsen staan. We gokken hierheen en dan doorsteken daarheen en uiteindelijk komen we uit bij de snackbar in het bos ver voorbij de plek waar we wezen moeten. 
"Ow, ik heb wel zin in een kroketje, heeft iemand geld bij zich?" vraagt onze dochter.   
"Ik heb nog maar drie euro los in m'n zak", zegt Goossen als we een man en een vrouw passeren die net de patatkraam verlaten. We vragen aan hen hoeveel een kroketje kost. Zij weten het niet precies, maar vertellen ons dat een patatje hier ook heel lekker is. 
Een kroketje blijkt één euro vijfennegentig te zijn en dus doen we de karige bestelling bij het blonde meisje, die verveeld de nog bleke rol in het vet laat zakken. Een rode auto passeert de uitspanning terwijl ik de hond alvast een hondenkoekje geef in opwachting van onze kroket. "Wat is het geworden!?"vraagt de man die we net nog naar de prijs van de kroket gevraagd hadden door het open raampje van zijn auto. "We hebben maar geld voor één kroket," is het antwoord." "Hoeveel komen jullie tekort?" vraagt de vriendelijke man. "Voor twee zou één euro genoeg zijn," zegt mijn lief enthousiast, maar bescheiden. De sympathieke man en vrouw duiken in de portemonnee en al vlot verschijnt een euro in een geopende handpalm. Aangenaam verrast nemen we hem in ontvangst. Onder het genot van onze enthousiaste dankbetuigingen rijden ze weg. 
"Gooi er nog maar een kroketje bij," zeg ik tegen de twee dames, die dit alles, vanachter de vitrine, met stijgende verbazing gade geslagen hebben. 
In een uitgelaten stemming verdelen we even later de twee heerlijke warme en hartige, bruin gefrituurde snacks. 
Het was precies genoeg om op de terugweg de wind en regen te kunnen trotseren.














vrijdag 9 oktober 2020

"Wat een gezeik!"

Soms kun je tegenslagen beter aan als je geïnspireerd bent door mensen met dezelfde tegenvallers. 
Zo zijn wij, op aanraden van onze jongste dochter, verslingerd geraakt aan de tv-serie over de perikelen in en om Chateau Meiland. We hebben gisteravond een aantal afleveringen gekeken en we vermaakten ons kostelijk met hun gestress over het opknappen van hun kasteeltje binnen de daarvoor gestelde tijd. Immers de gasten zouden binnenkort arriveren en er waren nog een aantal kamers niet behangen, er was lekkage, de hond was agressief naar iedereen die het terrein opkwam en de onderlinge irritaties liepen hoog op. We hoorden regelmatig de woorden: "wat een gezeik!" langskomen en "ik heb hier geen goed gevoel over" en "nou viel die hond ook nog iemand aan en ik heb toch al zo'n rotdag!"
Afijn vanmorgen bleek mijn hormonale hoofdpijn nog niet over, maar nadat onze lieve gasten van de afgelopen week waren uitgecheckt gingen mijn lief en ik druk in de weer om de twee kamers weer klaar te stomen voor de volgende vakantiegangers; eitjes en jam in de koelkast bijvullen, de douche en toilet schoonmaken, het bed verschonen, stofzuigen en een bloemetje op tafel. We draaien onze hand er niet meer voor om. De taken zijn goed verdeeld dus wat kan er mis gaan zou je denken. 
Ineens hoor ik: "Meerie, kom eens kijken." O.k. de knop van de douchecabine afgebroken. Nou, als de wiedeweerga naar de Gamma dan, of heeft die ze niet en moeten we bestellen?" Eerst de douche schoon maken en de wc, dan ga ik zo wel even naar de Gamma." 
Ik haast me naar de serre om een mooi nieuw stukje zeep voor de gasten af te snijden als ik gebeld word en tegelijk zie ik vanuit mijn ooghoek een eierdoos op het tapijt liggen met gebroken eierschalen en de hond die haar lunch zo denkt te kunnen binnenhalen. Ik sommeer Goossen even te checken wat daar gaande is en rond het gesprek af. "Hoe kan dit?!" en wijs naar de hond en het vloerkleed. "Oh ja, die eierdoos moest ik nog terugleggen, ik had de doos even op de grond gelegd want ik was weer afgeleid door mijn lieve vrouwtje die mij riep om de ventilator in de bieb uit te doen... " Afijn, mijn lief begon met het opruimen van de hele bende terwijl ik ging stofzuigen op de gastenkamer. Daarna verdween hij richting bouwmarkt en dweilde ik het hele museum. Een geluk bij een ongeluk: de hoofdpijn was weg. Ons hele 'kasteeltje' was spik en span en de was hing aan de lijn, toen hij terugkwam met de mededeling dat ze geen knoppen hadden, maar dat hij iets anders had bedacht. 
En dan word ik altijd een beetje argwanend, want vaak bleek de oplossing geen oplossing als het ging om kleine reparaties. Ik gaf hem het voordeel van de twijfel. Na wat zaaggeluiden en gerommel kon ik komen controleren en ik moest het toegeven; de knop zat er weer stevig aan. Ruimhartig gaf ik toe dat hij dat mooi had gefikst: "Wat goed!" "Oh dus je ziet het verschil niet?!" "Verschil?" Ik liep terug en zag het verschil. De ene knop was ietsje korter dan de andere. Maar wat ik ook zag? Overal zwart zand door het museum en naar de douche in de gastenkamer. "Ooooh, ook dat nog en de nieuwe gasten komen zo!"
Ik dacht aan de familie Meiland: "Wat een gezeik! EN DOOR!"
We waren net op tijd klaar. De nieuwe gast checkte in terwijl de hond achter het hekje weer eens niet stil wilde zijn. 
Later vulde de galerie zich met de dampen van twee gebakken eieren.  






zondag 4 oktober 2020

Het is alles slaap

Jaren geleden kreeg ik van mijn dochter een tekening voor moederdag. Of was het mijn verjaardag? 
Ze tekende mij slapend, omdat ze wist dat slapen mijn grote hobby was. Ik was er heel erg blij mee en nog steeds kijk ik er graag naar.
Terwijl ik televisie lig te kijken overkomt het mij ook meerdere malen dat ik in slaap sukkel. 
Zo ook eergisteravond tijdens het programma 'Grote vragen', waarin het ging over Miranda Cheng en haar kijk op de wiskunde. Op zich best interessant maar de slaap was sterker dan de wil te doorgronden.
Vandaag kreeg ik de foto onder ogen die mijn lieffie maakte terwijl ik was afgehaakt bij de NPO en mij viel het meteen op; de gelijkenis met de ingelijste tekening aan de muur, maar ook: de grote frons! 
Die was er nog niet op de tekening. Ik vraag me weleens af hoe het verder moet. Als ik op mijn zij blijf slapen gaat het sowieso de verkeerde kant op. Ik hoorde eens een bekende fotografe zeggen in een interview dat ze voordat ze naar bed ging plakbandjes op haar gezicht plakte om het krijgen van rimpels de kop in te drukken. Dat gaat mij dan weer veel te ver. Misschien moet ik in ieder geval eens proberen op mijn rug te slapen?



De lekkerste patatten

Als we aan de overkant zijn geweest hopen we altijd dat we de veerboot net missen als we weer huiswaarts gaan. Dan hebben we namelijk een vrijbrief om even de snackbar met de lekkerste patatten te bezoeken in de veerhaven van Den Helder.
Zo ook afgelopen donderdag. Als ter hoogte van Alkmaar duidelijk wordt dat we ruim op tijd zijn voor de veerboot rijden we watertandend verder richting noorden. 
We parkeren de auto voor de slagbomen zo dicht mogelijk bij de bewuste snackbar. Maar dan slaat de vertwijfeling toe: "Shit, we hebben geen mondkapje bij ons!" De moed zinkt ons in de schoenen en we zien in gedachten het bakje met goudgele patatten, currysaus en uitjes verdampen. 
Gelukkig bedenken we al snel een plan B, want waar een wil is is een weg. Bij de gescoorde kleding uit de kringloopwinkel vinden we vast nog wel een item dat door kan gaan als mondkapje. Immers het maakt niet uit wát je voor je mond en neus hebt áls je er maar iets voor hebt! 
En zo stapt mijn lief even later uit en loopt hij gewapend met coltrui, richting restaurant. Normaliter zou alle personeel in iedere willekeurige eettent meteen onder de toonbank duiken, maar in tijden van Corona is elke overvaller welkom. "Zegt u het maar?" "Twee patat speciaal en twee broodjes kroket, meenemen graag. En snel een beetje."