zondag 20 september 2020

Wees een kleuter








Bij het lezen van het korte interview in het volkskrantmagazine met kinderboekenschrijver Paul van Loon door Pieta Verhoeven voelde ik de frustratie weer opkomen over de gang van zaken in het onderwijs. Ik had de dag ervoor nog een gesprek gehad met twee leerkrachten op een basisschool, die een bezoek brachten aan ons museum. Twee doorgewinterde juffen met het hart op de juiste plek voor de kinderen met wie ze iedere dag werken en die mij toevertrouwden dat het steeds moeilijker wordt plezier te houden in hun werk.

In ons museum heb ik regelmatig gesprekken met leerkrachten die zich met moeite nog kunnen en willen conformeren aan het huidige onderwijssysteem. Mijn objecten, die een kinderlijke vrijheid uitstralen, nodigen soms uit tot diepgaande gesprekken over opvoeden en onderwijs en creativiteit en de noodzaak ervan. Kleuters zijn meestal nog in het bezit van een rijke ongecompliceerde waarheid, maar eenmaal op school is er heel vaak geen ruimte voor die binnenwereld. Je leert kinderen daar dat het niet gaat om de binnenwereld maar om een buitenwereld die door anderen wordt bepaald. Kinderen komen helemaal niet meer uit de verf, ze gaan op hun tenen lopen en verliezen hun plezier in leren. Hun belevingswereld is de basis van waaruit kinderen de wereld ontdekken. Als het onderwijs met een methode en een systeem van handelingsplannen bepaalt wat jouw beleving moet zijn dan negeer je in alles de ontwikkeling van die kinderen. Vormgeven wat er in ieder uniek kind aanwezig is, je kunnen uiten op allerlei manieren leer je door spelen en experimenteren.

Als er alsmaar de nadruk wordt gelegd op wat je niet kunt in plaats van te kijken waar je individuele talenten liggen maak je later de verkeerde keuzes. Het ging deze twee leerkrachten erg aan hun hart dat ze nog maar heel weinig tijd hebben om te kijken en luisteren naar wat kinderen echt nodig hebben om te groeien. Dat je zelf nauwelijks nog tijd hebt creatief je lessen vorm te geven en passend te maken voor 'jouw' kinderen, waarmee je iedere dag omgaat, is verdrietig en frustrerend. Je leert ze kennen in al hun verscheidenheid, maar vervolgens moet je dat negeren om te focussen op wat ze niet of nog niet kunnen en dáár gaat al de tijd aan verloren.

Observeren en zien wat iemand nodig heeft om lekker in z'n vel te zitten en zijn of haar talenten te ontwikkelen, dat is de basis voor een goede communicatie, een gezonde omgang en dus ook fantastisch onderwijs. De tijd krijgen om in alle rust en veiligheid te spelen en experimenteren zijn hierbij belangrijke vormen van leren. Hierbij mag je fouten maken, er is niet één waarheid. Dat is een kind eigen en zorgt voor een goede balans in de ontwikkeling, maar dit lijkt in het onderwijs een gepasseerd station. Op school is het goed of fout en is er geen ruimte en tijd op creatieve wijze op onderzoek uit te gaan. Alles gebeurt steeds meer in het platte vlak, en materialen om mee te experimenteren zijn vaak smakeloos en niet uitdagend.

Ik speelde vroeger uren met de knopendoos van mijn oma. Zonder een gerichte opdracht zocht ik naar alle mogelijkheden. Uit mezelf zocht ik dezelfde kleuren bij elkaar, telde ik de gaatjes, legde ik dezelfde grootte bij elkaar, ik maakte er gezichtjes mee enzovoort enzovoort. Ik speelde gewoon, maar ondertussen leerde ik. (En, even terzijde; het hoeven dus ook geen dure materialen te zijn).

Nee, dat is volgens velen niet het serieuze werk. Maar spelend leren vanuit de belevingswereld is juist de essentie, stupid!

Toen ik nog steeds op zoek was naar wie ik was en wat ik nu eigenlijk echt wilde op deze aarde behalve moeder worden, had ik eens een idee voor een prentenboek. Het zou moeten heten:
"Kijk eens wat ik kan? Ja ja, wat heb je d'r an!" Het is nooit van de grond gekomen en bleek één van de vele geflopte ideeën over mijn toekomst. Het was een frustratie die eruit moest over mijn toestand in die tijd, weet ik nu. Het mag een wonder heten dat het me nog steeds lukt kleuter te zijn en ik snap dat ik ooit dacht dat ik kleuterleidster wilde worden.
Wees een kleuter. Geen opvoeder, juf of meester of werkgever heeft mij afgepakt wat mij maakt tot wie ik in wezen ben; beeldend kunstenaar. Maar ik gun het iedereen, kind of volwassene, binnen welk werkterrein ook, om buiten de lijntjes te kleuren, een open blik te houden en spelend jezelf verder te ontwikkelen.




woensdag 16 september 2020

De snor van Dali

Dat we Paula weleens de vrouw met de baard noemen is niet gek als je haar goed bekijkt.  
Vandaag zag ik dat ze ook als vrouw met de snor op de kermis kan gaan staan! 
En niet zomaar een snor natuurlijk, maar een regelrechte, of beter, omhoog gebogen Dali snor! 
 

Studie van de Boomsprinkhaan

Vanmiddag zie ik op de keukentafel ineens een knalgroene sprinkhaan.
Waar komt hij vandaan? Ik geef hem een zetje met behulp van een houten pollepel, zodat hij in het plastic bakje springt dat ik snel van het aanrecht pakte. Daar blijft hij zitten in een afwachtende houding. Ik loop er haastig mee naar buiten en bekijk hem of haar in het volle licht; 
Wow, wat een wonderlijk beestje! De gele streep over de rug, de pootjes met de 'haartjes', de mooi gevormde staart en de bolle oogjes zetten me aan het werk; Ik denk aan wat ik in huis heb aan gejutte sprinkhaanonderdeeltjes: groene petfles, gele plastic stripjes, lichtgroen stukje plastic met ribbeltjes...
Afijn, ik voel een projectje aankomen en besluit dit eigenaardige wezentje vast te leggen op macrostand om hem nog beter te kunnen bestuderen. Snel loop ik naar binnen om de camera te pakken. Weer buiten zit hij er gelukkig nog, als een geduldig fotomodel.Vervolgens probeer ik hem uit het bakje te krijgen om hem vanuit een andere hoek te zien, maar dat is nog even lastig; het lijkt alsof hij vastgekleefd zit aan de plastic wand. Als ik een paar keer hard met de rand van het bakje op de tafel klop geeft hij zich gewonnen en springt met een sierlijke boog op de tuinbank. 
Later achter mijn computer zie ik hem daar in close-up weer zitten. Het lijkt of hij bezig is met het verkennen van de gleuf tussen de twee planken. Met zijn kleine herseninhoud moet hij nu in kaart brengen waar hij zich bevindt en of dit een gevaar oplevert.
Wikipedia geeft aan dat het hier om de Boomsprinkhaan gaat. In de tekst zeggen ze ook dat hij doet denken aan de Gaasvlieg. Maar op mijn eigen versie van de 'Gaasvlieg' lijkt hij in de verste verte niet. Fijn dat het in de wereld van de kunsten niet hoeft te kloppen, bij mij gaat het om de essentie en ik gebruik het diertje als uitgangspunt voor het maken van mijn eigen universum.
Deze Boomsprinkhaan had ook een werkje van mij kunnen zijn. Hij is humoristisch en aandoenlijk tegelijk en daar kom ik meestal ook op uit. 
Ik zoek er voor het verhaal even mijn eigen kleine insecten bij.
In dit rijtje zou deze kleine fluoriscerende groene rakker zich best thuis kunnen voelen.







 

donderdag 10 september 2020

Benedenbril

Goossen: "Weet jij waar mijn benedenbril ligt?"

Ik: "Boven?"

Goossen: "Ik denk het." 

zondag 6 september 2020

Baron von Münchhausen

Als kind las ik een keer de verhalen van Baron von Münchhausen. Hij beschreef hoe hij in een vervelende situatie zichzelf gered had door zich aan zijn eigen haren uit het moeras te trekken. Fantastisch gelogen! De mensen hingen aan zijn lippen. En ik ook. Je kon dus keihard liegen en daarmee de mensen vermaken. Of het waar was deed er niet toe. 
Op een feestje zat ik weleens op de praatstoel (vaak naar aanleiding van een paar glazen wijn) en dan vertelde ik de verhalen net ietsje mooier dan dat ze in het echt waren, gewoon ter vermaak.
Soms zei mijn lief dan: "Nee zo ging het niet." Weer thuis was ik dan boos dat hij de schoonheid van het mooie verhaal teniet had gedaan met die opmerking."Waarom laat je me niet lekker kletsen, het gaat erom een leuke avond te hebben en plezier te maken." 
Vorige week vond ik dit boek bij de kringloopwinkel op Texel. Ik voel me verwant aan deze dwaas, die van zijn tekortkoming, namelijk dat hij goed kon liegen en dit met een stalen gezicht deed, zijn talent maakte. Ook ik vertel in mijn werk verhalen en ook hier regeert de leugen; 
Je kijkt naar afval, maar ik doe de mensen geloven dat ze naar iets anders kijken. 
Het leven is vaak vervelend en je moet je er doorheen liegen om het schoonheid te geven,
dat is de kunst. 








 

zaterdag 5 september 2020

Een Freudiaanse aankoop?

Er kwam een vrouw binnen in het museum. Ik herkende haar; een fan uit Duitsland. Al rommelend in haar tas, sprak ze me aan: "Ik had vorige week tien kaarten voor een tientje gekocht. Deze zijn voor mijn kleinkinderen.Toen ik ze enthousiast aan mijn man liet zien, riep hij bij één afbeelding: Die ga je toch niet naar de kleinkinderen sturen!" Enigszins besmuikt haalde ze de drie kaarten waarom het ging uit het welbekende doosje tevoorschijn. Op de foto herkende ik 'BOHO, Quality Makes the Difference'. Ik had hem naar de tekst die op de gejutte bordenwisser stond genoemd. De enorme piemel van het koddige beest was haar bij aanschaf helemaal niet opgevallen, verklaarde ze, en zij vond het ook niet bepaald een goed idee deze ansichtkaarten naar de kleinkinderen te sturen, lachte ze. Of ze ze mocht ruilen? Het viel mij op dat ze er meteen drie van had genomen, dat was misschien stiekem toch een Freudiaanse aankoop geweest? Terwijl ik nog nadacht over de lol die de kleinkinderen om die grote piemel zouden hebben óf dat ze hem helemaal niet zouden hebben opgemerkt, stemde ik toch toe met de ruil. Misschien hadden ze preutse ouders en als opa en oma moet je je nooit bemoeien met de opvoeding van je kleinkinderen. Ze zocht drie andere kaarten uit en keek nog eens goed of daar geen zaken op stonden die misschien niet door de beugel konden. Als tevreden klant liep ze weer naar buiten.







woensdag 2 september 2020

Magisch realisme

Ik ben niet bijgelovig en geloof ook niet in een god, maar soms zijn er van die momenten die ik dan maar magisch realisme noem. 
Op scharreleierjacht over de Hoge berg begint het al met het donkere grijsblauw van een frontje dat er aankomt. Het doet met denken aan de schilderijen van Dali en Willink.
We gaan eerst naar het stalletje bij de Geörgische begraafplaats. Het valt nog niet mee om met de bakfiets en de hond tussen de tuunwallen door te fietsen, maar we komen ongeschonden aan. Helaas, de eieren zijn op. Het is rond 17:30 uur, dus logisch. Ik verwacht niet dat we nog tien eitjes op de kop kunnen tikken, maar besluit toch door te gaan. 
De volgende boerderij heeft wel een kip maar geen stalletje. 
Dan doemt er een stalletje op langs de kant van de weg. Geen eieren, maar ik neem een bosje bosui mee voor één euro. Paula is meer geïnteresseerd in de boer op zijn gierkar. Een herderin haalt haar schapen op en schudt daarbij met de voerbak. 
We vervolgen onze zoektocht en, in plaats van rechtsaf de Pontweg op naar Den Burg, steken we over en maken nog een extra ommetje omdat ik weet dat er daar nog meer stalletjes zijn. Inderdaad; links van de weg staat er een hokje met in grote letters: 'verse eieren'. Ik stap hoopvol van de fiets, maar vind alleen wat potten zelfgemaakte jam. En door maar weer. 
Mijn op één na laatste kans is een stalletje bij een boerderij vlak voor de rotonde bij Den Burg. We komen aan en ik lees: 'Ei goed, al goed', maar het stalletje blijkt ook leeg. Ik parkeer Paula in de bakfiets en besluit de teleurstelling even te compenseren met een leuke foto.
Opeens zie ik het roze licht naar beneden schijnen. Ik kijk om me heen en daar komt de boer aan in zijn auto en draait het raampje open. Ik zeg: "de eieren zijn op, en ik ben helemaal omgereden om ze hier te halen." "Ik zal eens even kijken", zegt hij en hij rijdt zonder te aarzelen in z'n achteruit. Ik kijk naar Paula die inmiddels in goud gehuld is. Het roze licht is weg. Ik wacht geduldig en kijk wat om me heen. Twee paarden lopen langs. De boerin roept: "Hij komt eraan hoor!" En daar is de blauwe auto weer. Het raampje gaat voor de tweede keer omlaag: "Ik moest even zoeken, maar ik heb ze. De datum klopt niet, ze zijn van vandaag." Ik bedank hem hartelijk, betaal en geef een fooi voor de moeite. 
Het allerlaatste stalletje langs het schelpenpad verderop is ook leeg. Paula rent nog even lekker door het gras. Uiteindelijk zet ik haar weer in de bak en fiets mét tien scharreleieren in de fietstas naar huis.