zondag 26 april 2020

1962

In 1962 ben ik geboren in Diepenheim, een klein boerendorp. Ik heb twee dvd's van het dorpje ten tijde van mijn kleutertijd gezien en dan geloof je je eigen ogen niet: Paard en wagen, straten van zand, kinderen op klompen, was aan de lijn en heel veel vrouwen achter de kinderwagen.
Ik kon toen echt niet bevroeden dat die plek vele jaren later uit zou groeien tot een dorp dat bruist van de kunstzinnige bedrijvigheid met een eigen museum voor moderne kunsten!
Net zo min kon ik bedenken dat ik vele jaren later op Texel zou wonen en werken als beeldend kunstenaar met een eigen museum. Als kleuter hield ik me daar al helemaal niet mee bezig; het leven was één groot avontuur dicht bij huis.
Ergens rond mijn tiende jaar verhuisden we naar Bunnik in het Westen van het land.
Die andere kant van het land stond nou niet bepaald goed bekend. De grote stad, daar hadden ze het toen nog niet zo op in het Oosten. De uitdrukking 'doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg', sloeg dan ook vaak op de stadse fratsen van de randstedelingen.
Maar al snel ging alles ook in het westen zijn gangetje en bleek het daar helemaal niet zo anders te zijn. Je moest naar school, je moest je huiswerk doen, eten en slapen op gezette tijden.
Je moest naar je ouders en de meesters en juffen luisteren.
Ik voelde me als puber enorm alleen in die grote- mensen- wereld. Het avontuur lag allang niet meer voor het oprapen. Ik kwam via een lange omweg eindelijk met mijn M.A.V.O- diploma van de middelbare school.
Om me los te rukken uit het benauwde keurslijf van thuis en school ging ik op mijn achttiende in Utrecht op kamers. Ik doorliep de K.L.O.S. (Kleuter Leidster Opleiding School) met frisse tegenzin. Het bleek al snel dat ik geen 'echte' juf was; de kleuter vond ik heel erg leuk, maar in het systeem kon ik niet uit de verf komen. Spelenderwijs op ontdekkingstocht gaan zat er helaas niet in. Het ging over de methode, het rooster,  leerdoelen en handelingsplannen.

Wat ik vooral leuk vond aan die opleiding was de tekenleraar! Hij zag wie ik was ver voordat ik dat zelf in de gaten kreeg. Hij liet me de wereld zien waar ik naar snakte. De optocht van de verbeelding, die van de kunsten, waarin fantasie en vrijheid voorop liepen! Ik dacht het eindelijk gevonden te hebben en hoopte voor eeuwig bij deze man te blijven. Mijn leven was toch eindelijk daar waar het wezen moest! Maar natuurlijk liep het anders. Wat bleef was de ellende van een verloren grote liefde. Maar ik had een richting. Ik was weer op avontuur.
In Utrecht leerde ik mijn huidige lieffie kennen, waar ik nu zo'n dertig jaar mee getrouwd ben.
Zo goed en zo kwaad probeerden we ons leven vorm te geven met z'n mogelijk- en onmogelijkheden. Na Utrecht kwamen we terecht in het oude tolhuis op een stukje platteland tussen Leusden en Amersfoort. Een romantische plek aan de Barneveldse Beek. De zoektocht naar wat het moest worden ging door met ups en downs. De settting klopte, maar het leven dat erbij hoorde kwam maar moeizaam van de grond. Toen we daar na een paar jaar weg moesten vonden we een benedenverdieping in het Soesterkwartier, een echte arbeiderswijk van Amersfoort.
We verhuisden van de Soesterweg 155 waar onze oudste dochter geboren werd, naar nummer 157 ernaast, waar onze jongste dochter geboren werd. Want als ik ergens zeker van was dan was het wel dat ik moeder wilde worden. We kochten ons eerste huisje een straat verderop. Daar leefde ik mijn leven als partner, moeder en juf. Ik probeerde ook het leven als kunstenaar vorm te geven, maar ik zette daar na een tijdje een dikke streep door want dat bleek iedere keer een enorme worsteling.  Kunstenaar ben je ook al maak je niets....
Toen mijn mooiste 'kunstwerken' uitvlogen verhuisden we naar Texel.
Langzamerhand groeide Atelier Maria Roelofsen onder mijn handen. Bizarre wezens van aangespoelde materialen namen beslag van het kleine huisje in het centrum van Den Burg.
Na ruim tien jaar kwam Burgwal 20 in beeld, een paar huizen verderop, dat we in augustus 2019, na twee jaar huren, konden kopen en waar we nu wonen en werken. 
Gisteren kwam de dochter van onze buurvrouw een foto brengen van dit prachtige pand.
Haar zwager houdt zich bezig met de geschiedenis van Texel.
De foto stamt uit 1962.

dinsdag 21 april 2020

Apodophoria 1

Vanochtend tijdens het ontwaken op onze oude zolder horen we ineens een lawaai van gekrabbel en gekras boven ons hoofd en we weten het meteen; "De Gierzwaluw is terug!" We lijden aan apodophoria, zal later blijken. Even luisteren we. "Nou, die is blij dat ie kan zitten na 9000 kilometer vliegen," zeg ik. Een beetje geschrokken van het lawaai zijn we wel. Het is goed dat we even geen gasten in de Museumkamer hebben vanwege Corona en dat we misschien daar kunnen gaan slapen. Oordoppen is ook een optie. Ieder jaar komen gierzwaluwen naar dezelfde plek terug onder de pannen van slecht onderhouden daken... Onze overbuurman wees ons een paar jaar geleden op de aanwezigheid van dit diertje toen we hier net kwamen wonen. Sindsdien horen we al een aantal lentes bedrijvigheid onder de pannen en ook het gieren in de lucht. We genieten ervan als ze als een malle door de lucht scheren, rakelings langs de kerk en over het dak van ons pand. Het uitvliegen van de jongen heb ik al eerder op dit blog beschreven.
Afgelopen zomer hebben we dakramen geplaatst. De Gierzwaluw was alweer onderweg naar Afrika en we maakten ons wat zorgen of de gierzwaluw daardoor zijn 'huisje' bij ons nog wel terug zou kunnen vinden. We dachten zelfs aan gierzwaluwkasten ophangen, maar waar? Deze vogel houdt ervan heel hoog op het dak te nestelen waar het lekker rustig is en dus niet onder de dakgoot, te dicht bij de weg en al het menselijke geweld.
Even later staan we in een gure straat het dak af te speuren op zoek naar een gaatje waar misschien de gierzwaluw in of uit komt. Verkleumd moeten we vaststellen dat we misschien te vroeg gejuicht hebben. Binnen ga ik op zoek naar meer informatie en kom onderstaande link tegen.
Het zou toch kunnen dat ze terug zijn. Later waarschijnlijk meer hierover.
Als je meer wilt weten over de apodophoria waaraan wij lijden en dit mooie vogeltje, kijk dan even hier: https://www.bnnvara.nl/vroegevogels/artikelen/terugkeer-van-de-gierzwaluw




zondag 19 april 2020

Slenteren naar de Fonteinsnol en terug

Nu zo'n vijf weken verder missen we ons autootje nog steeds niet echt, behalve natuurlijk voor het jutten, maar daar zijn we even nog niet aan toegekomen.
Tot nu toe zijn we druk aan het klussen. Geen gasten in onze Museumkamer en geen bezoekers in de museum galerie, dus nu moet het gebeuren. Op de fiets een zak gips halen en met de auto van onze lieve buurman de gipsplaatjes. Het gaat tot nu toe allemaal prima. Naar zee? Dan pakken we de fiets. Naar het bos dan gaan we lopen. Zo ook vandaag. We besloten vanwege chagrijn het klussen even te laten voor wat het is en gewoon vanuit huis met de benenwagen op pad te gaan.


Beuken met aan één kant mooi oranje bruine kleur

Gekke naaldboom met zijtakken van onder tot boven

"Meneer, wat zijn we aan het doen!"

"Hallo?!"

Na omzwervingen door de prachtige bossen
kwamen we bij deze uitkijktoren
waar we nog nooit geweest waren.




Wolker's recidence, met rechts half onder de bomen
het schrijvershuisje van Jan


"Mèèèh, groetjes aan Eigenwijs en Bezorgd!"

Overstekende Bergeenden

Standje hazen spotten






Overal zie je ze: pinksterbloemen!

IJzeren monsters



Hier waren we met de auto natuurlijk aan voorbijgereden

Etalage van 'Het Open Boek' in Den Burg