vrijdag 24 mei 2019

Rien en Paula

Terwijl wij nog aan het ontbijt zitten horen we Rien en Paula, onze gasten van de Museumkamer, al druk heen en weer lopen. Na vier nachten zijn ze klaar om uit te checken. Het was gezellig met ze; we weten nu dat ze drie dochters hebben en acht kleinkinderen. Dat één van hen met een Marokkaan is getrouwd, vandaar dat Paula nog even een kiekje van de Marokkaanse deur van de afdeling geometrie nam: "want die zal hij wel eens gezien hebben." Ook maakte Paula vroeger aquarellen, maar daar komt ze nu helaas niet meer aan toe. Rien is wat ouder dan Paula en is een gemoedelijke, kaalhoofdige man. Hij heeft genoten van alle bijzondere kunst in het museum. Terwijl de voorkeur van Paula meer uitging naar de objecten van hout viel hij meer op de vrolijke kleuren van de werken van gejut plastic. Omdat Paula dezelfde naam heeft als onze hond zorgde dit de afgelopen dagen nogal eens voor de nodige hilariteit.
Afijn, Rien is al eerder met de rolkoffers naar de auto gelopen en nu hoeven ze alleen nog wat handbagage mee te nemen en de fietsen. Ik vraag, zoals ik dat meestal doe aan de gasten, of ze niets vergeten zijn en geen opladers in het stopcontact hebben laten zitten? Nog een laatste check en daar gaan ze. Ze gaan eerst nog even verse Texelse asperges halen bij de boer en dan terug naar huis.
Nadat we ze hebben uitgezwaaid even nog een snelle inspectie van de kamer en wat blijkt als ik in het kastje onder de wasbak kijk: een lege plek daar waar de föhn hoort te liggen; de föhn is weg!
Dit kan geen opzet zijn. We hebben Rien en Paula leren kennen als open en eerlijke gasten. Nee, er moet hier sprake zijn van een vergissing.
Na overal te hebben gekeken zoek ik snel het telefoonnummer op. Aan de andere kant van de lijn hoor ik vaag stemmen, ik maak eruit op dat ze net de auto staan in te laden. Er is een hoop geruis op de lijn, de ontvangst is heel slecht. Maar dan ineens hoor ik luid en duidelijk even de stem van Paula: "Heb jij de föhn meegenomen?! Dat moet toch helemaal niet! Die is niet van ons!" 
En dan Rien: "Ja, weet ik veel!" Vanwege de slechte verbinding krijg ik geen contact en ik herhaal nog eens voor de zekerheid dat we de föhn missen en of ze hem langs kunnen brengen. Ik krijg geen antwoord en vertrouw er maar op dat het goed komt. 
Even later komt Paula buiten adem het museum in, gewapend met de föhn:
"Mannen", zegt ze lachend. "Het is maar goed dat we de boot niet hoeven te halen!" 

maandag 20 mei 2019

Konikpaarden in de Sluftervallei


Zondagmiddag gaan we heel optimistisch met de warme lentezon van gisteren nog in ons hoofd een wandeling door de Sluftervallei maken. Meteen als we uit de auto stappen waait er een straffe wind door onze haren en kleren. De zon heeft zich verscholen achter een waas van kleine druppeltjes. Met enige twijfel of het wel een goed idee is om onze tocht zonder jas toch voort te zetten lopen we richting opgang. 
Het is druk bij de vogelaarstribune. Je hebt hier dan ook een prachtig uitzicht en we zien rechts al meteen een Lepelaar vliegen. We lopen de trap af en gaan het hekje door. Uit respect voor de vogelaars die van boven op ons neer kijken loop ik met de hond niet vlak langs het water, waar twee Bergeenden dobberen, maar struin wat hogerop door het gras en vind meteen al een interessant plankje.
Een eindje achter ons staan paarden. Ze zijn nog ver weg, maar ze komen steeds dichterbij. Na wat jutten, foto's maken en links en rechts ons te hebben verwonderd over alles wat er groeit en bloeit vind ik het tijd worden de kudde te laten passeren. Wij gaan van het pad af en ik klim op een duin om te kijken waar de Konikpaarden heen gaan. De koude wind waait dwars door mijn vest.
Als ik een filmpje van de stoet en een passerende hardloopster heb gemaakt keer ik terug naar mijn lief en de hond die in de wind hun kampement hebben opgeslagen. Wijntje, chippie en wat druiven, maar van lekker chillen is geen sprake, want algauw wordt het ons te bar.
We lopen nu achter de kudde aan. Het zijn allemaal hengsten. Onder de indruk loop ik langs, gevolgd door vriend en hond. Er ligt veel paardenpoep op het pad. We vragen ons af of het voor deze prachtige vallei wel zo'n goed idee is om deze kudde hier te laten grazen. Verjagen ze de vogels niet? Eten ze geen bijzondere plantensoorten op? Vertrappen ze geen nesten? We maken ons toch al zorgen hoe er met de natuur wordt omgegaan en het zou toch niet zo zijn dat Staatsbosbeheer vette poen krijgt van de Oostvaardersplassen om het overschot aan paarden daar hier op te vangen ten koste van de natuur? Nee dat zal toch niet.
Een Duits echtpaar komt ons tegemoet en loopt met een grote boog om de troep paarden heen. Ze maken nog wel even een foto. Als we de Sluftervallei verlaten staat daar boven op het duin een groepje toeristen. We horen één van de mannen van de club zeggen: "Ik vraag het niet aan jou, maar aan de reisleider!" En we fantaseren even in het wilde weg wat er zoal speelt binnen het gezelschap.We lopen nu terug langs de andere kant van de duinenrij met rechts van ons de weilanden met schapen en lammetjes. Ineens ziet onze hond Paula een geweldig grote haas het fietspad overschieten. Ze is even in alle staten, maar al snel zien we de haas over het hoge duin verdwijnen. Ook maken we ons zorgen over een koe die sterk vermagerd, vel over been, op wankele poten staat te grazen.
Dan komen we bij wat stalletjes met eigen honing, zelfgemaakte aardbeienjam en verse aardbeien. Ik doe de nodige eurootjes in de gleuf van het geldbakje en we nemen plaats op de picknicktafel die perfect in de luwte staat. Inmiddels zijn we zo verkleumd dat de wijn in rap tempo naar binnen gaat. We zien een vreemd wezen die onze verse aardbeien probeert te pakken. Bij de grote boerderij aan het eind van de oprit scharrelen kippen en indrukwekkende hanen, een rode kat loopt in de verte naar de stal. Precies zoals het hoort te zijn. Wat ook indruk maakt is de geit in het weiland. We nemen even de tijd om de plek en de daarbij behorende dieren op ons in te laten werken.
Dan is het tijd om de stramme spieren weer eens in beweging te brengen. Mijn man is gewapend met een gejutte houten plank, als een schild voor de borst, om de gure wind en mistslierten tegen te houden. En alhoewel we nu zo snel mogelijk naar de auto willen kan ik het toch niet laten een foto van die felrode plantjes te maken. Het staat er overal vol mee. Fascinerend. Is het mos? 
In de auto is het behaaglijk warm. Al gauw ruik ik een paardenmestlucht vanaf de achterbank komen.
Paula!





woensdag 15 mei 2019

De nieuwe fietstas

Mamma is een paar dagen op Texel. Omdat we maar één fiets hebben, een barrel , maar goed genoeg voor de boodschappen iedere week, gaan we er vanmorgen eentje bij huren om samen een fietstocht te maken op deze prachtige lentedag. Ook wil ik van deze gelegenheid gebruik maken om maar eens nieuwe fietstassen aan te schaffen. De oude, ooit gekregen toen pappa er nog bij was, zit vol gaten door intensief gebruik. 
Bij de fietsenverhuurder heeft mamma al rap een mooie fiets met versnellingen en handremmen te pakken.
Een nieuwe fietstas wordt een grotere uitdaging want ik wil eigenlijk effen en onopvallend, maar als ik het rek zie met de rij tassen met fantasie prints vrees ik dat ik niet zal slagen.
Ik schuif met frisse tegenzin de tassen één voor één opzij; felle kleuren, bloemen, blokken en andere 'hippe' gekkigheid staan op de flappen. Bijna wil ik afhaken, tot mijn oog valt op een tas met een zebra print.
Overvallen door nostalgie en een gevoel van melancholie zeg ik mamma dat deze het moet worden en vraag ik haar of ze nog weet dat ik ooit zo'n broek en zo'n fiets had. Natuurlijk weet ze dat nog. Ze heeft nòg grijze haren van die tijd toen ze haar lieve dochter van net meisje zag veranderen in een vrolijke punker met rood haar.
Ik was een jaar of 24. Ik was allang getransformeerd van punkmeisje naar een ietwat kunstzinnige en alternatieve look. De broek paste daar nog steeds bij. Bij de zoektocht naar mijn ware ik hoorde ook de zelf-opgepimpte 'zebrafiets.'
Door mijn kersverse lief werd ik er in 1986 mee op de foto gezet.We gingen net samenwonen in Utrecht.
Enkele jaren later, inmiddels waren we verhuisd naar Amersfoort, werd de fiets gestolen bij het station aldaar. De broek belandde later bij de kringloopwinkel.
Nu, volledig mezelf, ben ik blij met de nieuwe tas, al staat hij als een vlag op een modderschuit.