Bij het lezen van het korte interview in het volkskrantmagazine met kinderboekenschrijver Paul van Loon door Pieta Verhoeven voelde ik de frustratie weer opkomen over de gang van zaken in het onderwijs. Ik had de dag ervoor nog een gesprek gehad met twee leerkrachten op een basisschool, die een bezoek brachten aan ons museum. Twee doorgewinterde juffen met het hart op de juiste plek voor de kinderen met wie ze iedere dag werken en die mij toevertrouwden dat het steeds moeilijker wordt plezier te houden in hun werk.
In ons museum heb ik regelmatig gesprekken met leerkrachten die zich met moeite nog kunnen en willen conformeren aan het huidige onderwijssysteem. Mijn objecten, die een kinderlijke vrijheid uitstralen, nodigen soms uit tot diepgaande gesprekken over opvoeden en onderwijs en creativiteit en de noodzaak ervan. Kleuters zijn meestal nog in het bezit van een rijke ongecompliceerde waarheid, maar eenmaal op school is er heel vaak geen ruimte voor die binnenwereld. Je leert kinderen daar dat het niet gaat om de binnenwereld maar om een buitenwereld die door anderen wordt bepaald. Kinderen komen helemaal niet meer uit de verf, ze gaan op hun tenen lopen en verliezen hun plezier in leren. Hun belevingswereld is de basis van waaruit kinderen de wereld ontdekken. Als het onderwijs met een methode en een systeem van handelingsplannen bepaalt wat jouw beleving moet zijn dan negeer je in alles de ontwikkeling van die kinderen. Vormgeven wat er in ieder uniek kind aanwezig is, je kunnen uiten op allerlei manieren leer je door spelen en experimenteren.
Als er alsmaar de nadruk wordt gelegd op wat je niet kunt in plaats van te kijken waar je individuele talenten liggen maak je later de verkeerde keuzes. Het ging deze twee leerkrachten erg aan hun hart dat ze nog maar heel weinig tijd hebben om te kijken en luisteren naar wat kinderen echt nodig hebben om te groeien. Dat je zelf nauwelijks nog tijd hebt creatief je lessen vorm te geven en passend te maken voor 'jouw' kinderen, waarmee je iedere dag omgaat, is verdrietig en frustrerend. Je leert ze kennen in al hun verscheidenheid, maar vervolgens moet je dat negeren om te focussen op wat ze niet of nog niet kunnen en dáár gaat al de tijd aan verloren.
Observeren en zien wat iemand nodig heeft om lekker in z'n vel te zitten en zijn of haar talenten te ontwikkelen, dat is de basis voor een goede communicatie, een gezonde omgang en dus ook fantastisch onderwijs. De tijd krijgen om in alle rust en veiligheid te spelen en experimenteren zijn hierbij belangrijke vormen van leren. Hierbij mag je fouten maken, er is niet één waarheid. Dat is een kind eigen en zorgt voor een goede balans in de ontwikkeling, maar dit lijkt in het onderwijs een gepasseerd station. Op school is het goed of fout en is er geen ruimte en tijd op creatieve wijze op onderzoek uit te gaan. Alles gebeurt steeds meer in het platte vlak, en materialen om mee te experimenteren zijn vaak smakeloos en niet uitdagend.
Ik speelde vroeger uren met de knopendoos van mijn oma. Zonder een gerichte opdracht zocht ik naar alle mogelijkheden. Uit mezelf zocht ik dezelfde kleuren bij elkaar, telde ik de gaatjes, legde ik dezelfde grootte bij elkaar, ik maakte er gezichtjes mee enzovoort enzovoort. Ik speelde gewoon, maar ondertussen leerde ik. (En, even terzijde; het hoeven dus ook geen dure materialen te zijn).
Nee, dat is volgens velen niet het serieuze werk. Maar spelend leren vanuit de belevingswereld is juist de essentie, stupid!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.