15 Mei
2014 Texel
Een blauwe lucht, witte wolken en een fris briesje tijdens mijn dagelijkse wandeling met Paula. Fluitenkruid en Meidoorn steken wit af tegen groen en blauw. Een slingerend schelpenpad met tuinwallen aan beide zijden strekt zich voor me uit. Flinke lammeren liggen op hun zijtje onder de voederbak. Het leven lacht me toe.
Een vrouw van een jaar of zeventig komt me tegemoet met haar hondje; een wit ruigharig hondje met zwarte vlekken, op korte pootjes, iets te dik. Voor Paula is hij inmiddels ook bekend, dus ze gaat niet op de rem staan maar loopt rustig mee. Ik heb de vrouw, die ik al van verre herken aan haar wat stijve manier van lopen, vaker gesproken op ons beider uitlaatwandelingetjes. De staart van haar hond is geamputeerd. De vorige keer dat we elkaar passeerden riep ze me al van verre toe om Paula kort te houden want de wond was nog vers en er mocht niemand aankomen.
Een blauwe lucht, witte wolken en een fris briesje tijdens mijn dagelijkse wandeling met Paula. Fluitenkruid en Meidoorn steken wit af tegen groen en blauw. Een slingerend schelpenpad met tuinwallen aan beide zijden strekt zich voor me uit. Flinke lammeren liggen op hun zijtje onder de voederbak. Het leven lacht me toe.
Een vrouw van een jaar of zeventig komt me tegemoet met haar hondje; een wit ruigharig hondje met zwarte vlekken, op korte pootjes, iets te dik. Voor Paula is hij inmiddels ook bekend, dus ze gaat niet op de rem staan maar loopt rustig mee. Ik heb de vrouw, die ik al van verre herken aan haar wat stijve manier van lopen, vaker gesproken op ons beider uitlaatwandelingetjes. De staart van haar hond is geamputeerd. De vorige keer dat we elkaar passeerden riep ze me al van verre toe om Paula kort te houden want de wond was nog vers en er mocht niemand aankomen.
Ik
groet haar en vraag haar hoe het met haar 'Binkie' is. Ze steekt
meteen van wal: ”Ik had de mensen gezegd er niet naar toe te gaan
,staat vanmorgen ineens de politie aan de deur! Ik zeg: als je
verkeerd doet dan komen ze niet en doe ik het goed staat de politie
op de stoep!” Ik kom niet achter de ware toedracht van haar betoog
en om haar weer wat op het positieve pad te brengen merk ik op dat
Binkie’s staart mooi geheeld is.
“Ja,
ja dat zeker, hij komt uit Griekenland, vroeger ging ik met het busje
overal heen, boven kon je slapen, beneden alle spullen.”
Zeven
jaar had ze zo rond gereisd. Van haar overleden vader had ze geld
geërfd. Toen ze vijftig was kwam dat vrij: “Ik wist helemaal niet
dat hij zo rijk was, dat boeide mij toen niet. Maar het is toch mooi
dat je dat dan ineens krijgt! Mijn moeder ging maar niet dood. Erg
hè, dat ik dat zo zeg, zij wilde altijd de stad in, veel goud om
haar vingers en ik moest dan een mooi jurkje aan en mooie schoentjes,
maar ik wou SPELEN! Mijn vadertje was zo niet.”
“Ik
word dement, ik heb nu de ziekte van Alzheimer”, vertrouwt ze me
ineens toe. “Maar ik wil euthanasie. In Zwolle en Meppel waar mijn
dochters wonen kun je dat zo regelen, maar hier niet. Ik ga niet
zitten wachten tot ik al rochelend in een stoel zit.” Ze trekt een
scheef gezicht, stoot wat dierlijke geluiden uit en lacht.
Ik geef
haar groot gelijk en vraag hoe dat dan moet hier op Texel. “Ik heb
alles al geregeld, de papieren. Over twee of drie jaar ofzo.”
“Wel
naar met de jongetjes,” zegt ze dan. “Mijn kleinkinderen, maar ik
heb hun hele studie betaald.” Ik zeg dat dat toch heel mooi is, dat
je dat doorgeeft. “Ja zeker, dat geef ik door”, zegt ze blij.
Binkie
is erbij gaan liggen en Paula staat met een strakke lijn te wachten
tot ik doorloop. Ertussenin de tennisbal van Binkie die hij bij de
ontmoeting met Paula had laten vallen. “Woon je hier op het
eiland?” vraagt ze dan. “Ja hier in Den Burg.” “Ik mag zo'n
fiets uitzoeken omdat ik Alzheimer heb”, zegt ze lachend. “Zo
eentje waar de hond ook op kan. Ik ga wel even naar mijn eigen …”
“Fietsenmaker” zeg ik, als ze niet op het woord komt. “Ja
fietsenmaker. Ik mag ook nog wel autorijden, maar dat doe ik niet
meer. Met de jongetjes achterin, nee, dat doe ik niet meer. Ik heb
nog wel een scooter, een hele mooie” zegt ze met pretoogjes.
“Jaha”, lacht ze me ondeugend toe. Terwijl we zo staan te praten
kijk ik naar haar lila trui die mooi kleurt met de gele riem van haar
hondje die ze om haar nek heeft hangen. De trui heeft wat vlekken.
“Gisteren
was ik vier uur onder de pannen met een vrouw die wilde kijken wat ik
nog kon, vier uur! Ik moest stofzuigen en ze ging mee naar de
supermarkt en daar moest ik boodschappen doen en dat doe ik nooit met
een briefje; ik koop wat ik zie en wat ik lekker vind, maar zij zei
dat ik een briefje moest maken, maar dat doe ik nooit. Nou ik heb wel
even duur ingeslagen” grinnikt ze, “ik dacht ik zal je krijgen
hahaha.” Ik informeerde of ze voor alle onderdelen geslaagd was.
“Vier uur moest ik van alles doen voor haar, vier uur! Ik ben nog
wel bij de wekker hoor!” Ze tikt tegen haar voorhoofd, zet haar
tanden op elkaar en laat duidelijk haar boosheid over die betutteling
horen. “Maar ik wil euthanasie hoor als het zover is.”
Ik
zwijg en hoop zo voor haar dat dat zal gaan lukken. Dat ze niet te
ver heen zal zijn en tegen die tijd niet meer zal mogen/kunnen
tekenen. Ik zwijg want ik wil haar niet ongerust maken. Er komt een
man aan in de verte. “Ik hoop u nog eens te zien”, zeg ik. “Ja
dag hoor.” Ze lacht. “Binkie, pak je bal.” Binkie grijpt zijn
bal en loopt achter haar aan.
Paula
en ik zetten onze weg voort. Ik groet de tegenligger.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.